Suikerbieten worden gezaaid in het voorjaar. De planten groeien uit tot brede, grootbladige planten. Onder de grond worden de bieten gevormd , één per plant. In de herfst worden de bieten geoogst, waarbij het blad van de biet wordt afgesneden. De bieten worden allemaal in twee fabrieken, in Dinteloord en in Groningen, verwerkt tot suiker. De bieten bevatten gemiddeld 16% suiker. De reststoffen van het proces waarbij de suiker wordt gewonnen, worden ook gebruikt. De pulp dient als veevoer en tegenwoordig wordt er ook gekeken naar andere stoffen zoals kleurstoffen, bioplastic en vezels die uit de bieten kunnen worden gemaakt. Als die stoffen uit de pulp zijn gehaald kan de rest alsnog als veevoer dienen.
De boeren oogsten de bieten wanneer ze voldoende gerijpt zijn en storten dan hun oogst op een zogenaamde ‘bietenplaats’. De suikerfabrieken draaien maar een paar maanden per jaar. Dit heet de bietencampagne. In die tijd rijden vrachtauto’s dag en nacht heen en weer tussen de bietenplaatsen van de boeren en de fabriek, om te zorgen voor een constante toevoer van materiaal voor de suikerfabrieken.