Er zijn veel soorten kool, van boerenkool en rode kool tot spruiten, broccoli en bloemkool. Ook koolzaad hoort in deze groep. Alle koolsoorten hebben gele bloemen, de ene wat uitbundiger dan de andere.

- Koolzaad
- Boerenkool
- Spruiten
- Witte kool
- Rode kool
- Bloemkool
- Broccoli
Koolzaad
Koolzaad kennen we allemaal van de uitbundige gele velden in het voorjaar. Het komt ook veel voor in wegbermen. Koolzaad wordt geteeld voor het zaad waar bakolie uit wordt gewonnen. Er wordt ook zeep van gemaakt.
In Nederland wordt voornamelijk winterkoolzaad geteeld, wat wordt gezaaid in augustus en geoogst in juni van het volgende jaar. Het bloeit in april/mei. Koolzaad groeit als een holle, recht opgaande stengel waaraan hauwen ontstaan. In deze hauwen wordt het zaad gevormd. Het zaad wordt geoogst en de olie wordt er uitgeperst. Het restant wordt gebruikt als veevoer.
Boerenkool
Boerenkool wordt als herfstteelt of als winterteelt geteeld. Voor de herfstteelt is het zaaien in mei en worden de kleine plantjes van midden juni tot midden juli uitgeplant. Voor de winterteelt is het zaaien in juni en wordt er van midden juli tot midden augustus uitgeplant. De oogst van de herfstteelt is van september tot december, van de winterteelt van september tot eind februari.
Er zijn verschillende soorten boerenkool: struikboerenkool voor de verse consumptie en maai- of dwergboerenkool voor de industriële verwerking. Deze is lager omdat het gemaaid wordt en deze rassen kunnen niet tegen vorst dus worden alleen als herfstteelt geteeld.
Spruiten
Spruitkool of meestal spruiten genoemd, is een gewas waarbij het zaad wordt opgekweekt bij plantenkwekers en dan als kleine plantjes uitgeplant in het voorjaar. De oogst is van september tot en met januari. De spruiten zelf zijn kleine kooltjes die groeien aan de stengelstok van de plant.
Witte kool
Witte kool wordt met name geteeld voor de verwerking tot zuurkool. Er zijn verschillende teelten. De vroegste is de teelt van spitskoolrassen, geoogst in juni. Er zijn ook zomerteelten met oogst in juli en augustus en vroege en late herfstteelten met oogst in september en oktober. De bewaarteelt is de laatste met oogst in november. Kool is een tweejarig gewas, wat pas bloeit en zaad vormt in het tweede jaar. Maar zover komt het alleen bij teelt voor zaadwinning. Voor consumptie worden de kolen in het eerste jaar geoogst.
Rode kool
Rode kool wordt geteeld voor de verse consumptie en voor conserven. Het is een lang houdbaar product. De teelt is van vroeg in het jaar tot zeer laat, met oogsten van juni tot november.
Bloemkool
Bloemkool wordt zowel in de winter in kassen geteeld als het hele jaar buiten op het veld. Als de kolen zichtbaar worden moeten ze bedekt worden met blad zodat ze mooi wit blijven. De moderne rassen zijn zelf-bedekkend. De vroege winterteelten buiten en de zomerteelten zijn vooral rassen met een korte groeitijd. De herfstteelten zijn rassen met een langere groeitijd (3-4 maanden). Door de verschillende teelten wordt bloemkool geoogst tussen maart en december.
Broccoli
Broccoli is verwant aan bloemkool. Wat we eten van broccoli zijn in feite de nog ongeopende bloemen. Broccoli wordt van maart tot september uitgeplant en kan tot in november worden geoogst.